© 2024 - W. Bunnik

GrammAtikübersicht


























 

Germatik.nl Motorkap Literatuur Vaardigheden Algemeen Idioom

• Telwoorden zijn woorden die een hoeveelheid aangeven.



• woorden die je kunt invullen op de plaats van de puntjes in het woordgroepje:


Ich habe davon....


Veel woorden die je kunt invullen zijn hoofdtelwoorden.


Voorbeelden: viel(e), kein(e), drei, zwanzig, einige, enz.


null




eins

elf

eindundzwanzig etc.


zwei

zwölf



drei

dreizehn

dreißig


vier

vierzehn



fünf

fünfzehn



sechs

sechzehn

sechzig


sieben

siebzehn

siebzig


acht

achtzehn



neun

neunzehn



zehn

zwanzig

hundert

tausend

Als je precies weet om welke hoeveelheid het gaat dan spreek je van bepaalde hoofdtelwoorden, weet je dat niet precies dan is er sprake van een onbepaald hoofdtelwoord.


• woorden die een rangorde aangeven. Ze eindigen altijd op - te of - ste. Voorbeelden: zweite, mittlere, x-te, letzte, dritte, zehnte,, enz.


ers te

elf te

eindundzwanzig ste etc.


zwei te

zwölf te



drit te

dreizehn te

dreißig ste


vier te

vierzehn te



fünf te

fünfzehn te



sechs te

sechzehn te

sechzig ste


sieb te

siebzehn te

siebzig ste


ach te

achtzehn te



neun te

neunzehn te



zehn te

zwanzig ste

hundert ste

tausend ste

Opmerkingen

• Rangtelwoorden zijn het antwoord op de vraag ‘de hoeveelste’


• Rangtelwoorden worden bijna altijd regelmatig gevormd. Daartoe wordt een t toegevoegd aan het grondtal in de getallenreeks 1 tot 19.


• Rangtelwoorden als bvn krijgen de naamval-uitgang:


Der erste Gewinner / Ein erster Gewinner gratulierte


dem zweiten Gewinner / einem zweiten Gewinner

 

• De rangtelwoorden vanaf 20 krijgen geen t(e), maar st(e) (+ eventuele uitgang).


• Uitzonderingen zijn de 1e, 3e, 7e en 8e.


• Als rangtelwoorden in de vorm van een cijfer worden uitgedrukt, komt er een punt achter te staan.


Der 1. Gewinner / Ein 1. Gewinner gratulierte


dem 2. Gewinner / einem 2. Gewinner


Van de lezer wordt verwacht dat hij/zij de uitgang zelf kan vormen. Dit wordt vooral vaak bij een datum gedaan: Der 14. November war ein schöner Tag.


Als je precies weet om welke hoeveelheid het gaat dan spreek je van bepaalde rangtelwoorden, weet je dat niet precies dan is er sprake van een onbepaald rangtelwoord: letzte, mittlere, viele und wievielte.


T (ht / rt)

Telwoord


2.7 TELWOORDEN

























 

Net als in het Nederlands heb je in het Duits hoofd- en rangtelwoorden.