© 2024 - W. Bunnik

>>>

GrammAtikübersicht


























 

Germatik.nl Motorkap Literatuur Vaardigheden Algemeen Idioom


geben

nehmen

treten

gehen

genesen

stehen

bewegen

heben

ich

geb - e

nehm - e

tret - e

geh - e

genes - e

steh - e

beweg - e

heb - e

du

gib - st

nimm - st

tritt - st

geh - st

genes - t

steh - st

beweg - st

heb - st

er / sie / es

gib - t

nimm - t

tritt

geh - t

genes - t

steh - t

beweg - t

heb - t

wir

geb - en

nehm - en

tret - en

geh - en

genes - en

steh - en

beweg - en

heb - en

ihr

geb - t

nehm - t

tret - et

geh - t

genes - t

steh - t

beweg - t

heb - t

sie

geb - en

nehm - en

tret - en

geh - en

genes - en

steh - en

beweg - en

heb - en

Sie

geb - en

nehm - en

tret - en

geh - en

genes - en

steh - en

beweg - en

heb - en

O.v.t.

Achter de stam komen de uitgangen. In de stam verandert de klinker. Deze verandering van de stamklinker noemen we Ablaut. Zie voor de Ablaut van de afzonderlijke werkwoorden de lijst met sterke werkwoorden.


Hoofdregel

Stam op -d/-t

Stam op s-klank (-s / -ss / -ß / -z / -sch)


fliegen

finden

halten

heißen

essen

ich

flieg - e

find - e

halt - e

heiß - e

ess - e

du

flieg - st

find  - est

hält - st

heiß - t

iss - t

er / sie / es

flieg - t

find - et

hält

heiß - t

iss - t

wir

flieg - en

find - en

halt - en

heiß - en

ess - en

ihr

flieg - t

find - et

halt - et

heiß - t

ess - t

sie

flieg - en

find - en

halt - en

heiß - en

ess - en

Sie

flieg - en

find - en

halt - en

heiß - en

ess - en

Voltooid deelwoord


Regel: (ge+) stam (+Ablaut) +en


finden: ge-fund-en


verlieren: verlor-en


zerreißen: zerriss-en






beginnen: begonn-en


erfinden: erfund-en


entscheiden: entschied-en






schlafen: ge-schlaf-en


teilnehmen: teil-ge-nomm-en




Hoofdregel

Stam op -d / -t

Stam op -s / -ss / -ß / -z

A-Umlaut: a in de stam  (a>ä)

E/I(E)-Wechsel (kurzes e>i)

E/I(E)-Wechsel (langes e>ie)


fliegen

finden

heißen

schlafen

helfen

sehen

ich

flieg - e

find - e

heiß - e

schlaf - e

helf - e

seh - e

du

flieg - st

find - est

heiß - t

schläf - st

hilf - st

sieh - st

er / sie / es

flieg - t

find - et

heiß - t

schläf - t

hilf - t

sieh - t

wir

flieg - en

find - en

heiß - en

schlaf - en

helf - en

seh - en

ihr

flieg - t

find - et

heiß - t

schlaf - t

helf - t

seh - t

sie

flieg - en

find - en

heiß - en

schlaf - en

helf - en

seh - en

Sie

flieg - en

find - en

heiß - en

schlaf - en

helf - en

seh - en

Opmerkingen bij A-Umlaut en E-I(E)-Wechsel:

- De werkwoorden die bij du en er/sie/es A-Umlaut of E/I(E)-Wechsel krijgen en bovendien een stam hebben die eindigt op –d of –t krijgen bij du –st als uitgang achter de stam en bij er/sie/es komt er geen uitgang achter de stam.


halten: du hältst, er hält


raten: du rätst, sie rät


laden: du lädst, es lädt






gelten: du giltst, er gilt






- (A-)Umlaut ook bij laufen, saufen en stoßen.


laufen: du läufst, er läuft


saufen: du säufst, sie säuft


stoßen: du stößt, es stößt






- Geben, nehmen en treten hebben een lange e in de stam, maar krijgen i.p.v. ie bij de tweede en derde persoon enkelvoud een i.


De werkwoorden gehen, stehen, bewegen, heben, genesen hebben geen e/i(e)-wisseling.


ZWW

Zelfstandig werkwoord


2.1 WERKWOORDEN


2.1.2 STERK WERKWOORD


Is een werkwoord in het Nederlands sterk, dan is dat werkwoord in het Duits ook vaak sterk.























 

O.t.t.

Achter de stam komen de uitgangen. Bij een aantal werkwoorden verandert er ook iets in de stam.


**A-Umlaut**

Sterke werkwoorden met een a in de stam krijgen ä in de tweede en derde persoon enkelvoud (alleen in de o.t.t.).


**E/I(E)-Wechsel**

Sterke werkwoorden met een korte e in de stam krijgen i bij de tweede en derde persoon enkelvoud en in de gebiedende wijs enkelvoud (Hilf mir bitte!) (alleen in de o.t.t.).


Sterke werkwoorden met een lange e in de stam krijgen ie bij du, er/sie/es en in de gebiedende wijs enkelvoud (Sieh mal was ich habe!) (alleen in de o.t.t.).