© 2024 - W. Bunnik

GrammAtikübersicht


























 

Germatik.nl Motorkap Literatuur Vaardigheden Algemeen Idioom

ZWW

Zelfstandig werkwoord


2.1 WERKWOORDEN


2.1.1 ZWAK WERKWOORD


Is een werkwoord in het Nederlands zwak, dan is dat werkwoord in het Duits ook vaak zwak.






















 

Een zwak werkwoord heeft in het Duits een voltooid deelwoord dat eindigt op –(e)t.

In de verleden tijd staat achter de stam altijd –(e)te (met daarachter evt. nog een uitgang).



Hoofdregel

Stam op -d/-t + atmen, begegnen, öffnen, rechnen, regnen, zeichnen

Stam op -s / -ss / -ß / -z

Infinitief op -eln / -ern


lachen

warten

reden

rechnen

reisen

tanzen

handeln

ich

lach - e

wart - e

red - e

rechn - e

reis - e

tanz - e

hand(e)l - e

du

lach - st

wart - est

red - est

rechn - est

reis - t

tanz - t

handel - st

er / sie / es

lach - t

wart - et

red - et

rechn - et

reis - t

tanz - t

handel - t

wir

lach - en

wart - en

red - en

rechn - en

reis - en

tanz - en

handel - n

ihr

lach - t

wart - et

red - et

rechn - et

reis - t

tanz - t

handel - t

sie

lach - en

wart - en

red - en

rechn - en

reis - en

tanz - en

handel - n

Sie

lach - en

wart - en

red - en

rechn - en

reis - en

tanz - en

handel - n

O.t.t.

Achter de stam (infinitief zonder –(e)n) komen de volgende uitgangen: e – st – t – en – t – en - en


O.v.t.

Achter de stam komt eerst –te of –ete en dan de uitgang: X – st – X – n – t – n – n




Hoofdregel

Stam op -d / -t + atmen, begegnen, öffnen, rechnen, regnen, zeichnen


lachen

reisen

warten

reden

rechnen

regnen

ich

lach - te

reis - te

wart - ete

red - ete

rechn - ete


du

lach - test

reis - test

wart - etest

red - etest

rechn - etest


er / sie / es

lach - te

reis - te

wart - ete

red - ete

rechn - ete

regn - ete

wir

lach - ten

reis - ten

wart - eten

red - eten

rechn - eten


ihr

lach - tet

reis - tet

wart - etet

red - etet

rechn - etet


sie

lach - ten

reis - ten

wart - eten

red - eten

rechn - eten


Sie

lach - ten

reis - ten

wart - eten

red - eten

rechn - eten


Voltooid deelwoord


Regel: (ge+)-stam + -(e)t

lachen - ge-lach-t


spielen - ge-spiel-t


handeln - ge-handel-t


Stam op -d / -t + atmen, begegnen, öffnen, rechnen, regnen, zeichnen

warten - ge-wart-et


reden - ge-red-et


rechnen - ge-rechn-et


Geen ge- bij het voltooid deelwoord als de infinitef eindigt op -ieren of begint met ver-, zer-, be-, er- of ent-

reparieren - reparier-t


verkaufen - verkauf-t


zerstörten - zerstört-t






beobachten - beobacht-et


erzählen - erzähl-t


entwickeln - entwickel-t


Staat ge- in het Nederlands niet vooraan, maar in het voltooid deelwoord dan staat ge- in het Duits op dezelfde plek.

ankleiden - an-ge-kleid-et


durchdrehen - durch-ge-dreh-t


auslachen - aus-ge-lach-t